Berichten

Flierefluiterig Frissekom wordt vlug volwassen vanuit fantastisch Winsum

Ik moet dit verhaal helaas (voor mij) beginnen met een gênante bekentenis. Voor dit interview mocht ik namelijk afreizen naar het mooiste dorp van Nederland: Winsum. En omdat ik blijkbaar niet echt heel erg vaak de provincie bezoek, had ik bedacht dat dit toch minimaal een uur rijden moest zijn vanaf mijn huis…in…de stad. Dus toen ik om acht uur helemaal klaarstond om mijn Fiat 500 over de paden en de lanen te besturen en – gelukkig- nog even Google Maps checkte, zou ik er om kwart over acht al zijn in plaats van negen uur en dat laatste was de bedoeling. Ik heb het de aanwezige mannen en vrouw direct opgebiecht toen ik het kleurrijke kantoor van Frissekom binnenstapte en gelijk ook beloofd wat vaker onze provincie te verkennen. Nu weten jullie het ook. Het zorgde gelukkig voor enige hilariteit en gaf het interview daarmee direct een vrolijke start. Dat dan weer wel. Dat beetje imagoschade neem ik dan maar voor lief. 

 

Spontaan ritje

Goed, het is dus vrijdagochtend negen uur en zonnig als ik kennismaak met Wouter de Vries, mede-eigenaar van Frissekom: een bureau voor een heleboel schone zaken zoals slimme campagnes, sterke branding, strakke animaties, prachtige films en uitstekend webdesign -einde reclameblok-. De oprichting van Frissekom blijkt al snel een erg spontane actie te zijn. Wouter en zijn -inmiddels- compagnon Jeroen van der Meulen werkten al jaren samen als websitemaker en designer, voornamelijk in B2B. Als ze op een dag terugrijden van een klant, merkt Wouter op dat “ze eigenlijk wel hartstikke gek zijn met steeds twee visitekaartjes en twee offertes, terwijl ze feitelijk alles al samen doen”. Jeroen was het hier mee eens. Ze bedachten -nog steeds onderweg- een naam voor hun bureau. En reden rechtstreeks door naar de Kamer van Koophandel. Inmiddels al negen jaar geleden. 


Getrouwd stel met collega’s

Er volgen een aantal kantoorruimtes en veel avonturen, ze krijgen het drukker en drukker en inmiddels zitten ze met z’n zessen in Winsum-centrum. “Dit vind ik een mooi, compact team. We hebben geen grote groeiambities in omvang. We willen écht mooie dingen maken voor écht inspirerende klanten en het ondertussen ook écht leuk hebben” vertelt de Vries. Is het dan ook altijd écht leuk? “Jeroen en ik zijn echt een getrouwd stel inmiddels, dat kan ook niet anders na zoveel jaar en zoveel samenwerken” zegt de Vries lachend. “Daar horen natuurlijk ook wel eens discussies bij. We zitten nu in een mooi traject met Armin van KennethSmith (ze leerden elkaar overigens kennen bij Business Exposure en Armin werd ook geïnterviewd in deze serie, een leuk en mogelijk toevallig -mogelijk ook niet- detail) en leren dan toch ook weer echt nieuwe dingen van en over elkaar. We moeten toch ook echt werken aan onze eigen ontwikkeling, vinden we, want het is niet meer zoals in het begin, met z’n tweetjes vanuit huis, natuurlijk. We zijn altijd heel erg go with the flow en een beetje flierefluiterig geweest in ons ondernemerschap, dat ging altijd prima, we hebben niets te klagen gehad, er kwamen eigenlijk altijd vanzelf mooie dingen op ons pad dus echt een strategie was niet heel erg nodig. Maar het sámen toewerken naar gezamenlijk geformuleerde doelen is toch ook een belangrijke en leuke stap. Ondernemen is wel echt iets anders dan mooie producten maken voor klanten en het leuk hebben, al sluit het elkaar natuurlijk niet uit. Dit traject geeft richting en energie. We hebben zelfs een vast managementoverleg nu, dat voelt wel heel volwassen haha.”

En bij die volwassenheid, komt ook verantwoordelijkheid. Dat werd tijdens het begin van de coronaperiode ineens nóg duidelijker. “Dat was wel even heel heftig, ja. De telefoon ging niet meer, alles viel stil, we hebben het nog nooit zo rustig gehad. Toen hebben we ons dus ook wel echt even zorgen gemaakt, want we zijn verantwoordelijk voor onze mensen en niemand wist natuurlijk waar dit naartoe zou gaan. Vier weken was het oorverdovend stil. Gelukkig trokken de de opdrachten daarna weer aan, iedereen had tijd nodig om te wennen aan de nieuwe situatie, dus we waren snel weer gerustgesteld en konden weer gewoon ons werk oppakken.” Nu na deze spannende tijd is er dus weer volop ruimte voor nieuwe dingen.


Eerlijk alles delen

Er is zomaar al ruim een uur voorbij in dit amusante gesprek, de tijd vliegt in Winsum, als ik probeer om toch nog een beetje een pikante verhaallijn te pakken te krijgen (dat moet van Raimond, weet u nog?). Ik vraag daarom naar de relatie tussen de twee compagnons, wetende dat het natuurlijk ook geen roddelrubriek hoeft te worden, maar wie weet. Helaas. De jongens overleggen alles en er is wel eens een klein meningsverschil, maar dat is soms zelfs expres om even te provoceren, “omdat het kan”. Ze delen alles met elkaar, als ook met het team: “Die openheid is ook een blijk van vertrouwen aan iedereen die hier werkt. Soms zijn we eerder vrienden van elkaar, dan collega’s. We gaan elk jaar samen weg naar het buitenland, bijvoorbeeld. Maar toen het tijdens covid even niet goed ging met het bedrijf, hebben we dat ook eerlijk verteld. Ik denk zelf dat het een belangrijke reden is voor het feit dat mensen hier relatief lang werken.” 


Hou het in de gaten 

Geen roddels en geen drama, dus. Sterker nog: ook in hun vrije tijd zien de compagnons elkaar nog wel regelmatig om samen hun oude hobby te beoefenen: DJ-en. De feestjes moeten helaas nog even wachten. We kletsen nog ruime tijd verder en krijg een mooi inkijkje in het werk dat ze de afgelopen periode hebben gemaakt. Filmpjes, animaties, speciaal gerenderde tekeningen die op foto’s lijken, plannen voor een campagne voor een soort elektrische step (of was het een scooter?) en leuke impressies van tripjes naar congressen toen dat nog kon. “Bij alles wat we doen leggen we de lat zo hoog mogelijk. Wij gaan voor de hoogste kwaliteit in alles wat we opleveren. Daar worden we blij van. En onze klanten ook.” 

Oftewel: het was mijn tripje naar Winsum meer dan waard en bijna twee uur later rij ik weer terug naar stad. Vol van het verhaal van Frissekom en benieuwd naar de stappen die ze gaan nemen. Hou het in de gaten. Kon wel eens groot worden :). 

 

 

 

 

Leerzame lessen van Armin Hietbrink, Kenneth Smit

 

 

Deze keer weer een telefonisch interview. Het blijft jammer, ik mis de weken waarin ik elke dag soms meerdere afspraken had op de mooiste (of lelijkste) locaties. Het praat toch anders. En geeft een andere dynamiek aan het gesprek. Maar we doen het er mee en worden er denk ik ook wel steeds beter in. Voor een goed doel en hopelijk snel anders. Betekent wel dat ik geen sfeerimpressie mee kan geven voor wat betreft de werkplek van Armin Hietbrink, trainer en coach bij Kenneth Smit. We spreken elkaar rond lunchtijd. Misschien verbeeld ik het me, maar ik denk vogeltjes te horen op de achtergrond. Hietbrink vertelt dat hij altijd al een kantoor aan huis had, dus voor hem is er niet veel veranderd met de komst van corona. Wat dat betreft dan…


Keuzes maken

“Voor mij heeft vanuit huis werken een groot risico, namelijk dat ik als maar aan het werk blijf. Helemaal nu ik niet meer op locaties werk. Maar goed, de truc is natuurlijk dat anders te doen als dat niet bevalt. Keuzes maken” vertelt Hietbrink. In 2009 begint hij voor zichzelf en sluit hij zich aan bij Kenneth Smit, het gerenommeerde instituut op het gebied van coaching en training. “De essentie van mijn werk is het ontwikkelen van vaardigheden bij mensen. Dus dat ze nog beter worden in bepaalde aspecten van hun werk. Bijvoorbeeld onderhandelen of verkopen.” Daar wil ik zo nog wel wat meer over weten, ik ben altijd in voor gratis tips. Maar eerst nog even wat meer weten van de andere kant van de lijn. “Ik woon en werk in Zuidbroek. Samen met mijn vrouw en twee kinderen van 19 en 23. Die wonen inderdaad nog gezellig thuis.” Hietbrink is een buitenmens en sportliefhebber. Zelfs tijdens corona.


Een gouden tip van de expert

“Het ondernemerschap bevalt me uitstekend. Vooral de vrijheid om zelf keuzes te maken. Voor wie wil ik werken? En voor wie juist niet? Maar ook: wat bied ik aan? Het is veel meer dan standaard “traininkjes schuiven”. Ik begeef me op de snijvlakken sales, management en leidinggeven voor een heel breed spectrum van klanten. Belangrijkste vraag die ik stel is: waar wil je naartoe? Zowel aan de ondernemer of directeur als later aan de mensen die ik coach. Als ik dat weet, weet ik hoe ik kan helpen.” Dat helpen betekent dan een langer of korter traject waarin belangrijke inzichten worden opgedaan. Bijvoorbeeld over onderhandelen. Ik zie mijn kans schoon. Wat is nou dé gouden tip in onderhandelingssituaties? Hietbrink aarzelt niet en antwoordt: “Hard op de inhoud, zacht op de mens.” Ik ben even stil. Wat betekent dit? Al klinkt zacht op de mens sowieso wel als een goed idee. “Stel, je zet iets op Marktplaats dat je heel mooi vindt. En er komt iemand langs om te kijken. Als diegene alleen maar begint te zeuren over krasjes en dus in negativiteit schiet, heb jij al geen zin meer om het aan diegene te verkopen, laat staan voor een lagere prijs. Dat is dus niet de manier om een prijs naar beneden te brengen. Maak het dus nooit persoonlijk, of negatief, maar ga voor de gunfactor.” Ok, check. Klinkt logisch, maar zo uitgelegd toch goed om beter bij stil te staan. Waarvoor ook hier even: dank.


Grootste misser
Omdat ik van Raimond expliciet de opdracht heb gekregen geen standaardverhalen te maken (klachten en complimenten mogen ook naar hem, trouwens :)), gooi ik er een nogal directe en geen risicoloze vraag in. “Mijn grootste misser” lacht Hietbrink. “Dat weet ik zeker nog wel. Dat was toen ik startte bij Kenneth Smit. Iedereen krijgt een interne opleiding van een jaar, maar ik was er van overtuigd dat alles al wist met mijn jarenlange ervaring. Tja, daar stond een trainer met toch echt meer ervaring dan ik en dat doet dan echt even pijn. Toch is het ook winst, die ervaring, want ik doe nu feitelijk hetzelfde met mijn deelnemers en dan is het fijn dat ik het zelf ook heb beleefd. Grootste les van deze trainer was overigens om nooit naar een klant te gaan met al in je hoofd wat je wil verkopen. Gewoon vragen, luisteren, doorvragen en dan komt de rest bijna vanzelf.”

“Blijf vooral jezelf”
We kunnen er niet omheen, het c-woord. En uiteraard heeft covid ook voor Hietbrink consequenties gehad. Niet alleen voor de manier van werken (veel meer digitaal), maar ook de inhoud van zijn werk. Want managers en ondernemers worden geconfronteerd met situaties die helemaal nieuw zijn. “Er verdwijnen echt mensen van de radar. Medewerkers die in de gewone situatie al wat introverter waren, vallen soms weg bij het gebrek aan informele communicatie. Ik denk dat het heel belangrijk is dat we steeds bij elkaar blijven inchecken hoe het gaat en of we elkaars hulp kunnen gebruiken. Af en toe even een wandeling maken tijdens de lunch moet haalbaar zijn. Maar liever gaan we gewoon snel weer terug naar het oude normaal, natuurlijk.” Ook het klantcontact mist hij. “Elkaar in de ogen kijken is echt heel erg belangrijk. Dat is wat mij betreft niet vervangbaar. Maar dat geldt voor de mensen die mijn trainingen volgen ook. Dus ik heb echt een andere invalshoek moeten kiezen, alles wat ik vertelde was natuurlijk gebaseerd op een situatie waarin je elkaar in het echt ontmoet. Hoe doe je dan digitaal een salesgesprek?” Eh ja, ik ben daar eigenlijk wel heel benieuwd naar aangezien ook ik bijna alleen nog maar digitaal potentiële klanten spreek (het kunnen stellen van vragen als dit aan specialisten is echt een van de leukste dingen aan mijn werk). “Zorg voor eenzelfde focus als dat je anders ook zou hebben. Dat betekent: je hebt een zakelijk gesprek en als je die in het echt zou hebben, nam je ook je kinderen of je kat niet mee. Nu dus ook niet. Zorg voor een rustige achtergrond als je videobelt en, het belangrijkst: blijf vooral jezelf.” 


Met terugwerkende kracht gelukkig niet gênant

Het wordt tijd om het gesprek af te ronden en ik ben blij dat er geen kinderen of kat hebben gestoord tijdens dit zakelijke gesprek, dat had ik met de kennis van nu heel gênant geleken. Bij elk interview stel ik de vraag of ik nog iets níet heb gevraagd. En Hietbrink noemt dat er onlangs een benchmark is verschenen vanuit Kenneth Smit gericht op de sales van de toekomst. Zo kunnen organisaties kijken waar de koplopers (zowel groot als klein) mee bezig zijn en ook zichzelf vergelijken. Gratis verkrijgbaar voor wie Armin Hietbrink een mailtje stuurt (A.Hietbrink@kennethsmit.com). Hij blijft een salesprofessional, natuurlijk. En zo is deze (leerzame) cirkel weer rond.   
     

Richard Tapper, New Nexus: “Een sollicitatiegesprek bij ons is een lul/niet-lul kennismaking. Je bent namelijk een lul, of je bent het niet. “

Een interview met Richard Tapper van New Nexus
(dit had ook best een boek kunnen zijn)

Het is eigenlijk niet te missen voor zij die het transferium in Haren passeren: er is nogal een gebouw verrezen. En zeker niet zomaar een gebouw. Het betreft het gloednieuwe en superduurzame kantoorpand van New Nexus. Begin mei verhuizen ze van Tynaarlo naar hun nieuwe pand en ik mag een kijkje komen nemen. Er wordt nog druk afgebouwd, zie ik gelijk als ik van mijn auto naar de ingang loop (alles voor meer dan 3.000 stappen per dag momenteel). Buiten ligt een kolossale goudachtige, exotische deur. Handgemaakt in en verscheept vanuit India, vertelt Richard Tapper even later. Het zijn er zelfs twee. De grote weegt 700 kilo, de kleine zo’n 300. Waarom? “Omdat het kan.”


Niet te zuipen
Enthousiast geeft Tapper, mede-eigenaar van het IT bedrijf, een rondleiding. Onderweg naar de enige werkende koffiemachine lopen we Myron Hamming, de stadsdichter van Groningen, tegen het lijf. Hij werkt mee aan een wervingscampagne, vertelt Tapper terwijl hij een dubbele koffie in een gigantisch theeglas tapt. “Niet te zuipen” beoordeelt hij die koffie even later. Dat het hier allemaal een beetje anders dan anders is, is me snel duidelijk. Niet alleen qua sfeer. Ook het kantoor is iets dat ik nog niet eerder zag. Inclusief fitnessruimte, bijvoorbeeld. En een bedrijfsrestaurant met door Tapper zelf gekozen goudkleurige tegeltjes waar straks mensen van Zorgboerderij de Mikkelhorst de lunch uitserveren. Ook aan een bar is gedacht.

Spraakwaterval
We zoeken een plekje in een onaffe kantoorruimte, bestemd voor de recruiters straks. Het is er warm, want de thermostaten zijn nog niet goed gereguleerd. “We maken gebruik van aardwarmte, dat systeem heeft tijd nodig om helemaal goed te werken. Geen gas dus. Ons dak ligt vol zonnepanelen, de parkeerplaatsen straks ook. We onderzoeken nog of we de energie die we over houden kunnen doneren aan de omgeving” legt Tapper uit. En dan nog iets over een Engels keurmerk waar ze aan voldoen, maar hij maakt zijn zin niet af*. Buiten wordt gepoogd de eerste deur uit India naar binnen te takelen. “Sommige dingen moet je misschien ook gewoon niet willen zien” lacht Tapper als hij zich weer naar me toedraait. En: “Sorry, ik ben een enorme spraakwaterval.”

Oninteressante vraag (en de greppel ligt bij Meppel)
Niets aan gelogen. In het uur dat volgt, vertelt hij met niet aflatend enthousiasme over van alles en meer. Na precies vijf minuten stopt mijn laptop ermee. Lekker, ik ben ook weer een keer op locatie aan het werk, vloek ik in mezelf. Maar goed, improviseren kun je leren, dus ik schakel over op de dictafoon. Eerst maar eens vragen wat ze allemaal doen bij New Nexus. Maar dat lijkt een beetje een oninteressante vraag. “IT-dingen. Veel van wat we doen is detachering, maar alleen in Noord-Nederland. We hebben veel zogenaamde tegeltjes in ons bedrijf en eentje daarvan is: ‘De greppel ligt bij Meppel’. We willen dat onze mensen in principe maximaal een uur in de auto zitten als ze naar hun werk moeten.” De geboren Drentenaar vertelt vervolgens over zijn enigszins afwijkende mening voor wat betreft thuiswerken: “Daar geloof ik niet in. De flexibiliteit qua dagindeling bevalt me wel echt prima, maar wij hebben allemaal innovatief en creatief werk, de dynamiek van elkaar ontmoeten hebben we nodig. Dus wij zeggen: kom maar hier thuiswerken. Allemaal veilig, maar echt essentieel.” Ook, zo vult hij aan, omdat ze bij New Nexus nogal veel activiteiten hebben naast het werk. Met elkaar. Een bierbrouwerijclub, een eigen solarboot (ook voor wedstrijden), borrels, weekenden weg, op stap, het klinkt als een groot feest daar. “Wij verdelen de helft van onze winst aan onderwerpen die wij met z’n allen belangrijk vinden. Dit geld gaat zowel naar sociale projecten als naar onze eigen mensen. Een aantal daarvan zijn ook aandeelhouder, we investeren in opleidingen en mensen krijgen een winstuitkering. Daarnaast gaat er een gedeelte naar die gezamenlijke activiteiten. We hebben natuurlijk geld nodig om een kantoor als dit te kunnen regelen, maar geld is niet onze motivatie.” Ik wil bijna vragen of we het gesprek niet om kunnen vormen naar een sollicitatie mijnerzijds. Maar houd me in.

New Nexus festival
Klinkt mooi. Helemaal omdat bij veel organisaties de maatschappelijke betrokkenheid vaak achteraf een keer als een etiketje wordt opgeplakt, want dat staat leuk. Dat lijkt hier helemaal niet aan de hand. “We zouden het New Nexus festival organiseren in Martiniplaza. We hadden 1500 mensen met een verstandelijke beperking uitgenodigd en artiesten als Jannes, Andre Hazes Jr en Monique Smit. Dat heeft dit weekend digitaal plaatsgevonden, maar dan met andere artiesten. Geweldig evenement! En volgend jaar wel weer in MartiniPlaza. Dit soort dingen doen we echt met heel veel plezier en onze mensen kiezen dus zelf waar het geld aan wordt besteed.” Het enthousiasme van Tapper wordt alleen maar groter. Maar hoe komt het dat dit “delen” zo in het DNA zit? “Omdat het kan. Het zit echt in ons bloed. Ik kom uit een een gezin met rood nest, mijn compagnon Jan uit een gezin met christelijke waarden. We hebben het van huis uit meegekregen om niet alleen voor jezelf te zorgen, maar juist ook voor anderen. Toen we zelf begonnen, hebben bewust voor een bedrijfsmodel gekozen waarbij er geen winst naar de aandeelhouders gaat, maar in een potje om samen te verdelen. Kijk, geld interesseert me niet. Winst hebben we nodig om stabiel te bestaan en ik heb mijn zaakjes prima voor elkaar. Maar ik hoef niet méér. Dat heeft helemaal geen zin. Als ik al een karbonade op mijn bord heb ’s avonds, dan hoef ik er toch geen twee?”

“Trots, dat past niet bij me”
Tja, als ik aan het roer zou staan van een bedrijf als dit en op deze manier mijn business zou inrichten, liep ik trots als een pauw rond, denk ik bij mezelf. Tapper: “Nee ik ben eigenlijk niet trots. Dat past niet bij me.” Ok, denk ik. Dat is een kort en krachtig antwoord waar ik me weinig bij kan voorstellen. Is hij dan ook niet trots op iets in zijn privéleven? En ja hoor, mijn vraag slaat gelukkig niet helemaal dood. “Ik ben op dit moment bezig om een stripboek te maken over Bommen Berend. Die gaan we vijf jaar lang gratis weggeven aan Groningse kinderen uit groep acht. Zodat ook zij beter meekrijgen waarom 28 augustus een dag van belang is. En dat blijven vieren. Ik doe dat als lid van de Vereniging voor Volksvermaken die alle feestelijkheden omtrent Groningens Ontzet organiseert. Als we die viering levendig willen houden op de langere termijn, moeten we onze kinderen daar nu al kennis mee laten maken.” En naast het stripboek komt er een volledig lesprogramma voor basisscholen in Groningen. Ook uit zijn koker. “Ik vind het mooi om mensen bij elkaar te brengen en dan samen iets betekenisvols te doen.”

“Geen zin in eikels om me heen”

We checken nog even de status van de kolossale deur, maar die lijkt onveranderd. Twee bouwmannen staren, met de handen in de zakken, bewegingsloos naar de met goudkleurige messing ingelegde unit. “Ik heb een hekel aan ‘ja maar’. Ik denk niet in bezwaren, maar in mogelijkheden. Eigenlijk doen we dat allemaal hier. Dus die deur komt hoe dan ook wel naar binnen.” De wervingscampagne waar Myron aan werkt, is daar ook een voorbeeld van, kom ik achter. Waar al heel snel bleek dat New Nexus niet bepaald een doorsnee bedrijf is, bewijst de manier van werven dit nog een keer. Tapper gelooft niet in traditionele vacatures. En zijn doel is ook niet per se om te groeien. Dus hier werkt het anders. “We hebben wel extra capaciteit nodig, merken we. Maar ik geloof dat we vooral goede mensen nodig hebben, mensen die zich aangesproken voelen om hier te werken. En dan volgt het werk hun behoeften. We gaan gewoon op zoek naar wat het beste bij hen past en niet andersom. Bij ons mag men eigenlijk zelf een vacature samenstellen op basis van competenties. Een sollicitatiegesprek bij ons is een lul/niet-lul kennismaking. Je bent namelijk een lul, of je bent het niet. En je moet hier wel passen, want we kiezen heel duidelijk voor sociaal ondernemerschap, zorgen voor elkaar en we zoeken met nadruk mensen die het ook leuk vinden een biertje met elkaar te drinken. We zijn met New Nexus begonnen omdat we een leuk bedrijf wilden, dus ik heb geen zin in eikels om me heen.” De rol van Myron? “Die schreef een gedicht voor de campagne Over vrijheid, want daar hechten we dus nogal aan. En hij brengt een andere, heel creatieve manier van denken met zich mee.”

Overrijpe mango

Om eerlijk te zijn kan ik nog heel veel meer schrijven over dit gesprek. Over de bus die ze hebben laten ombouwen tot foodtruck, bemenst door mensen van Zorgboerderij de Mikkelhorst (zes collega’s haalden speciaal hun busrijbewijs om straks festivals te kunnen bezoeken). Over de vele tegeltjes die leven binnen het bedrijf (allemaal even grappig). Over hoe het pand voor de helft goedkoper neergezet had kunnen worden, als ze minder duurzame keuzes hadden gemaakt (maar deze keuzes bevallen juist prima). Over zijn lange termijn plannen voor New Nexus (gelooft hij niet in, zolang alles wat ze doen maar dicht bij hun hart en ziel ligt). Over mislukkingen (niet alles kan lukken, wie anders beweert, liegt). Over een goede gesprekspartner zijn voor klanten (door je kwetsbaar op te stellen). Over waarom hij een overrijpe mango is en zijn compagnon Jan een kokosnoot (leuke cliffhanger, deze ga ik niet verklappen).

Misschien in een aflevering twee van deze serie. Voor nu kan ik iedereen aanraden eens een afspraak te maken (sorry, Richard, ik weet niet of jij hier op zit te wachten, maar ik ben in ieder geval fan) en het prachtige pand te bezoeken. Of in ieder geval in de gaten te houden wat ze allemaal doen (en hoe) bij New Nexus. Als we naar de uitgang lopen, is de gigantische deur inderdaad binnen. De kleine dan. De grote volgt de volgende dag. Afgelopen 29 maart was de sleuteloverdracht. Ik neem aan dat beide deuren inmiddels hun plekje hebben gevonden. En ben benieuwd naar het eindresultaat.

* Een nawoord van Richard: “Het Engelse keurmerk is Breeam en we krijgen het certificaat Outstanding.” Het hoogste dat wordt uitgegeven (red.).

Alex Benjamins, Payroll Professionals: “Zorg dat je uniek bent in de markt. En wanhoop niet door corona.”

De afspraak met Alex was snel gemaakt. Op een of andere manier kent hij zijn agenda gewoon uit
zijn hoofd, zo leek het in ieder geval. Knap voor een drukbezet ondernemer. Ik spreek hem
uiteindelijk telefonisch, vanuit mijn kantoor met uitzicht op de grijze en regenachtige Vismarkt. Of
eigenlijk met uitzicht op de steiger die het grootste gedeelte van dit gewenste uitzicht wegneemt,
maar dat klinkt minder aantrekkelijk (is het ook).

Hij klinkt gedecideerd, dat valt op. En enthousiast. Mijn typesnelheid wordt enorm op de proef
gesteld, want hij praat snel. En ik wil steeds meer weten. Over wat hij deed, doet en nog wil doen.
Hoe hij de coronacrisis doorkomt. Misschien heb ik zelf nog wel wat aan zijn tips. Dat blijkt zo te
zijn. Een gesprek met Alex Benjamins van Payroll Professionals (en meer).

Alex Benjamins is eigenaar van Payroll Professionals, actief in Nederland, Duitsland en
België en PlanningZorg: een flexibele uitzender in de GGZ. Maar eigenlijk vooral groei-
enthousiast. “Ik ben in de praktijk voornamelijk commercieel medewerker buitendienst.
Maar dan wel eentje die het eigenlijk nooit heeft over vacatures. Ik help onze klanten bij de
groei van hun bedrijf, dat gaat veel verder dan alleen mensen uitzenden.”

Leven op persoonlijke contacten
“Ik wil aan tafel zitten en mensen in de ogen kunnen kijken. Dat digitale gedoe nu met
corona bevalt me totaal niet. Je mist dan de emotie, de verhalen achter de verhalen en de
gezichtsuitdrukkingen. En dat vind ik echt heel belangrijk tijdens een ontmoeting. Het liefst
ga ik nog steeds persoonlijk langs bij potentiële klanten en relaties, natuurlijk op afstand.
Ik leef op persoonlijke contacten” vertelt Benjamins enthousiast.

Zelf heb ik nu een beetje spijt van mijn idee voor een telefonische afspraak. Ik geloof wel
dat het werkt (u kunt dat nu trouwens prima zelf beoordelen), maar ook dat er veel context
toch ontbreekt, helemaal als je elkaar nog nooit hebt ontmoet. Dit in tegenstelling tot de
Zoom-afspraken waarbij er soms juist wat teveel context is naar mijn smaak. Ik heb al
meerdere interessante ontdekkingen gedaan in de boekenkastachtergronden van
vergadergenoten (dat leidt af) en ben bang dat ik mogelijk iets teveel heb laten
meegenieten van mijn onvermogen om tijdens vergaderingen te communiceren met mijn
kinderen. Of ze überhaupt op tijd in te lichten waardoor er nog wel eens nakend door het
beeld werd gelopen. Maar dat terzijde.

Het gesprek aangaan over de core business van zijn klanten, is bij uitstek het
onderscheidend vermogen van wat Benjamins doet. Meer advies dan sales, dus. “Ik
adviseer mijn klanten eigenlijk over alle aspecten van de bedrijfsvoering, met een focus op
hoe ze kunnen groeien. Omdat ik een frisse blik heb, roep ik dan vaak dingen waar ze zelf
nog niet zo over nagedacht hebben. Bijvoorbeeld het advies om te kiezen voor een niche,
in plaats van breed blijven werken.”

Groeien van vier naar twaalfhonderd mensen
Hij vermoedt dat dit een van de redenen is waarom het verloop van klanten zo laag is. “De
meeste van mijn klanten zijn nog steeds bij mij. Ik houd me graag bezig met de bedrijven
die ik al zo lang ken. Hoe kunnen we een stap voorwaarts maken? Hoe kunnen we samen
verder groeien? Zo zijn we betrokken bij een studentenorganisatie die is gegroeid van vier
naar twaalfhonderd medewerkers en een installatiebedrijf van vijf man naar zeventig.
Indrukwekkende groeigetallen, denk ik bij mezelf. Maar: hoe komt Benjamins hier zelf
eigenlijk terecht? “Ik werkte in de reïntegratie, bij de arbeidsbemiddeling. In 2003 begon ik
mijn eerste bedrijf, omdat ik vond dat het beter en anders zou moeten kunnen. En toen
dacht ik: als ik mensen kan opleiden en begeleiden naar werk, dan kan ik ze natuurlijk ook
zelf uitzenden. Dus dat ben ik toen ook gaan doen vanaf 2008. En nu zijn we hier.”

Flexibele schil is essentieel
Benjamins is gewaardeerd sparringpartner, dus. Niet alleen in Nederland, inmiddels ook in
Duitsland en België. Benjamins: “Bedrijven die daar willen starten of net zijn gestart,
kunnen veel hebben aan onze kennis en expertise van hoe de arbeidsmarkt daar werkt.
Want dat gaat allemaal toch een beetje anders dan hier. En een flexibele schil kan
absoluut essentieel zijn voor groeiende bedrijven. Ongeacht politieke beslissingen geloof
ik dat de flexibele schil echt relevant blijft. Soms ligt de focus van Den Haag een tijdje op
meer vaste aanstellingen, dan weer op meer flexibele medewerkers. Maar helemaal als je
als bedrijf wil groeien, is de flexibiliteit van payroll en uitzenden een goede optie. Ook in
onze buurlanden.”

Unieke flexibiliteit
Die flexibiliteit heeft Benjamins zelf ten volste laten gelden in zijn nieuwste aanwinst. Met
PlanningZorg zorgt hij ervoor dat er bij uitval van zorgpersoneel in de GGZ,
verslavingszorg, gehandicaptenzorg en verpleeghuiszorg binnen no time een vervanger is.
“Als bedrijf moet je altijd zorgen dat je je onderscheidt. Dat doen we in deze constructie
door echt dezelfde dag nog gekwalificeerde vervanging te kunnen sturen als er iemand
uitvalt. Helemaal nu de zorg zo onder druk staat, is dat een uitkomst voor heel veel
zorgorganisaties. We zijn hiermee uniek in Nederland. Daar word ik heel blij van.” Als ik
vraag naar zijn belangrijkste ambities voor de komende jaren, antwoordt hij dan ook
vastberaden: “de grootste worden in GGZ-uitzendland”.

“Wanhoop niet door corona, kijk ook naar de positieve dingen”
Minder blij wordt Benjamins van de coronasituatie, al komen zijn bedrijven er tot nu toe
redelijk doorheen. “Wij zenden uit in allerlei branches en hebben klanten uit alle sectoren,
dus we worden niet heel hard geraakt. Met onze horecaklanten ben ik gelijk gaan kijken
wat slimme zetten zouden kunnen zijn. Daar komen dan weer mooie dingen uit zoals de
horecaboxen die we nu veel zien. Toch is mijn advies voornamelijk geweest: stilzitten, niet
te veel gekke dingen doen, niet in paniek raken. En niet wanhopen. Aan corona kun je
niets doen, daar moet je dus ook geen energie aan kwijt willen raken. Er gebeuren ook
mooie dingen en je moet aan de toekomst blijven denken” legt Benjamins uit.

Bovendien ziet hij dat Nederlandse ondernemers relatief veel steun van de overheid
krijgen in vergelijking met hun Belgische collega’s: “Daar gebeurt veel minder. Het is hier
ook echt niet perfect, maar wel beter geregeld dan bij onze buren. Dus naar die positieve
dingen blijven kijken is ook heel belangrijk.”

Snel weer ontmoeten
Zijn eigen personeel werkt inmiddels al een jaar zoveel mogelijk thuis. Benjamins mist de
ontmoetingen, als ook de evenementen zoals die van Business Exposure: “Ik nam dan
vaak een van mijn collega’s mee en dan hadden wij even quality time, even weg van
kantoor. En de sprekers zijn altijd interessant en verrassend. Dus wat dat betreft hoop ik
dat we snel weer beginnen.Ondertussen ga ik rustig door en adviseer ik mijn klanten dat
ook te doen. Hopelijk kunnen we elkaar snel weer ontmoeten.”